Peter, wat heb je tussen Bahrein en China precies gedaan?
“Ik ben dinsdagavond pas naar Sjanghai gevlogen. Na al die jaren ben ik in Manama eindelijk in de grote moskee geweest, kreeg er een rondleiding van een half uurtje. Ik ben ook naar een fort geweest, vlak bij het vliegveld. Maar dat was opeens dicht. Gelukkig heb ik door een upgrade lang kunnen slapen in het vliegtuig.”
Hoe is het om terug te zijn op het Shanghai International Circuit? Het is nogal een overgang.
“Nou, donderdag was een van de saaiste dagen die ik hier ooit heb meegemaakt. Nou is het in de paddock van dit circuit sowieso geen gezelligheid troef, door het sombere weer gebeurde er echt helemaal niets. Ik loop natuurlijk rond met het oog van een fotograaf. De paddock hier is zo breed als een vierbaansweg: als het mooi weer is gaan de mensen nog wel aan de wandel en krijgen ze kleur op het gezicht. Er was nu helemaal niets te doen. Nergens was verkeer: het is echt zoeken. Te somber weer en een te grote paddock met al die team-units en hun verschillende ingangen die zo verspreid liggen. De paddock van Bahrein is tien keer beter dan die in China.”
Jiading, de stad waar het circuit ligt, is ook niet echt spannend.
“Ik zit in hetzelfde hotel als vorig jaar – weinig mis mee – en heb een nog grotere kamer gekregen, maar het is niet de meest inspirerende omgeving. Er is geen reet te doen als je een voet buiten de deur zet.”
Je had wel dé foto van Hamilton en Verstappen.
“Dat was het hoogtepunt van de donderdag. Bij de handtekeningensessie in de pitstraat kruisten Lewis en Max elkaar op een gegeven moment. Lewis zei sorry tegen Max dat hij hem na de race in Bahrein een dickhead (eikel) had genoemd. Ik stond er bovenop toen ze elkaar de hand schudden! Leuk om te hebben, die foto. Het gebeurde heel spontaan, het was niet geregisseerd.”
Is het Shanghai International Circuit voor een fotograaf een interessante baan om beeld te schieten?
“Ik ben wat dat betreft nogal gek op de hairpin hier: daar ga ik tijdens de race weer staan. Ik vind het de mooiste plek om te fotograferen, want daar kan worden ingehaald. Met het publiek op de tribunes in de achtergrond is het plaatje compleet. Ik doe eerst de grid, dan heb ik een kwartiertje om naar de hairpin te wandelen. En aan het einde van de race loop ik terug voor de podiumceremonie.”